maandag 20 april 2009

Japan is een eilandenland

Het was alweer de derde keer dat ik naar het land van de rijst en de zon vertrok. Het was alweer de tweede keer dat ik er alleen heen ging, en zelf mijn weg door de luchthavens moest vinden om uiteindelijk in Frankfurt het juiste vliegtuig richting Osaka te nemen. Het was de eerste keer dat ik niet zeker was waar ik nou eigenlijk echt heen wilde.

Ik vond dat ik maar niet zo moest zeuren; er stond mij immers opnieuw een geweldig avontuur te wachten. Maar een geweldig avontuur bestaat ook uit grote uitdagingen en nare hindernissen. Hier was ik mij op het moment van vertrek echter nog niet van bewust. Als een Baron die een bal vanaf de middenlijn recht in de kruising schiet, stortte ik mij zonder na te denken richting deze nieuwe mysterieuze wereld genaamd Kyôto.


Woensdag 1 april


Dinsdag was ik nog druk geweest met het leeghalen van mijn kamer in Leiden, maar uiteindelijk kon ik toch echt de sleutel overhandigen aan de nieuwe bewoner, Shinichi. Mijn koffer heb ik met behulp van mijn pa die avond, nacht en de ochtend erop ingepakt. Het waren rare tijden. Afscheid nemen van broer en zusje, vervolgens naar het vliegveld samen met mijn ouders en Hanae. Daar kwamen Remy en Dorith mij ook nog even gedag zeggen, wat ik uiteraard erg kon waarderen. Thanks allemaal! Fatsoenlijk (?) van iedereen afscheid genomen, en mijn reis kon beginnen.



De douane ging soepel. Vliegtuigje richting Frankfurt pakken, vervolgens een flink stuk lopen en dan wachten bij de gate naar Osaka. Wederom zat ik naast een zouteloze Japanner die mij gedurende de gehele reis negeerde. Tevergeefs probeerde ik haar af en toe tips in haar eigen taal te geven van hoe het tafeltje werkte enzo, wat ze aanvankelijk niet helemaal begreep. Maar goed, dat was blijkbaar geen reden om iets terug te zeggen of iets geks. Afijn, het was geen vervelend mens ofzo, en ik ben helemaal niet de figuur die een vliegreis maakt om eens flink bij te praten, maar toch voelt het een beetje ongemakkelijk om zoveel uren naast iemand te zitten, zonder dat je de aanwezigheid van de ander erkent. Gelukkig zijn er altijd ook pluspunten, want van je ervaringen leer je, en ik was dit keer dus voorbereid. Berekenend en assertief als ik ben (of niet soms, Gieltje?), had ik er van tevoren al voor gezorgd dat ik bij het gangpad zou zitten. Dit scheelde een hoop voor mijn lange benen. Het tweede pluspunt was dat ik besloten had om een nachtje niet te slapen, slapen is immers een keuze vind ik, wat ervoor zorgde dat ik in een comfortabele semi-slaaptoestand de uurtjes zag toenemen. Het onvermijdelijke resultaat was dat ik op den duur aankwam op 関西国際空港 (Kansai International Airport). Wegens het tijdsverschil was het inmiddels alweer de volgende ochtend.


Donderdag 2 april


Zo, daar stond ik dan. Een flinke rij voor de buitenlanders bij het immigratiegedoe, aangezien er sinds een jaar ofzo strengere controles zijn om terreur te voorkomen. Nou goed, dat was dus even wachten, maar uiteindelijk lieten ze mij toch echt binnen, en na mijn 30 kilo bagage gepakt te hebben begaf ik mij richting de uitgang van het vliegveld. Maar niet voordat ik Angel zijn introductieles verstoorde met een belletje. Hij vertelde me waar ik ongeveer heen moest. Het was geen goed idee dat ik al een ticket voor de bus naar Kyôto had gekocht volgens hem, en daar zou ik achteraf ook achter komen. Maar goed, ik moest dus vanaf Kyôto station met de metro naar “Imadegawa”, wat vlakbij Angel’s uni ligt. Vanaf daar zou hij me helpen om bij mijn stekkie te komen. Helaas kon ik hem eenmaal aangekomen een tijdje niet bereiken, en omdat ook het stationspersoneel zo bureaucratisch waren afgericht dat ze totaal weigerden om mij ook maar een klein beetje te helpen, duurde het iets langer voordat ik mijn goede vriend weer kon ontmoeten. Toen het eenmaal zover was, en ik de Gouden Gast van een afstandje in persoon zag naderen, kon ik een flinke grijns niet onderdrukken. Temidden van een superdrukke straat kon het mij eventjes niet schelen dat al die Japanse studenten eventjes dachten dat ik mal geworden was.


Angel en wat Dôshisha-matties van hem hielpen me aan een taxi, en samen met Angel probeerde ik de chauffeur uit te leggen waar ik heen moest. Een kaartje hielp uiteindelijk wel. We hadden een tof praatje met deze chauffeur. Hij moest overigens wel even schrikken toen Angel en ik, nadat de chauffeur had gezegd dat we zeker de mooie bloemen in de buurt moesten bekijken, op een licht homo-erotisch getinte wijze elkaar aankeken en afspraken om dat maar eens bij een zonsondergang met zijn tweetjes te gaan doen.


Eenmaal aangekomen werd ik door medewerkers van dit studentenhuis genaamd HDB en een Engelsman genaamd Nick ontvangen en naar mijn kamer gewezen. Goed, ik besefte mij niet al te goed dat ik hier een jaar zou gaan wonen, want het enige waar ik op dat moment aan dacht was om die ruim 40 kilo aan koffer en handbagage kwijt te kunnen. Inmiddels was het namelijk al tegen het eind van de middag, wat betekende dat ik al bijna 30 uur op reis was. Gelukkig had ik mijn bestemming dus in ieder geval bereikt, en eindelijk verlost van de bagage doken Angel en ik weer terug de stad in. Eerst even kort langs de universiteit laten weten dat ik aangekomen was en wat pakketjes met informatie ophalen, en vervolgens op zoek naar een bepaalde winkel, waar ik beddengoed moest gaan halen. Het enige wat klaarstond in mijn kamer was namelijk een matras. Helaas werd de weg niet helemaal goed uitgelegd (of wij zijn echt achterlijk, wat natuurlijk ook altijd nog tot de mogelijkheden behoort), en na een heel eind lopen kwamen we bij een warenhuis, denkende dat dit de plek was waar we moesten zijn. Toen ik de prijzen zag, vermoedde ik al dat we verkeerd gelopen waren. Maar, omdat het inmiddels vrij laat geworden was, besloot ik toch maar in ieder geval een kussen met sloop te kopen. Verkeerd gelopen of niet, we hebben er in ieder geval wel lekkere takoyaki gegeten. Toen ging ik maar weer terug naar huis, het was inmiddels al donker geworden, en ik besloot mijn meegenomen jassen maar als een soort dekens te gebruiken. Ik was zo bekaf dat ik naar omstandigheden nog redelijk geslapen heb ook.


Goed, dit was dus de eerste dag in Japan. Hierna volgt de beginperiode die erna kwam, wat minder uitgebreid beschreven (denk ik), en hopelijk met wat meer foto’s enzo erbij!

donderdag 16 april 2009

Blogje

Zo, eens even kijken of en hoe dit werkt. Ik heb uiteindelijk toch maar besloten iets bij te houden, niet omdat ik het de vorige keer nou zo leuk vond om te doen (ik had ook echt weinig tijd hoor!), maar vooral omdat ik het achteraf best wel kon waarderen om avonturen te lezen vanuit iemand die ik zelf ben, maar eigenlijk ook weer niet. Het hielp me dus om weer in de sferen van toen te geraken. Best wel een arrogante reden dus om een blog te beginnen, maar aangezien sommige mensen zich toch afvragen hoe het met mij gaat kan ik ze gelijk hierheen verwijzen. Twee vliegen in één klap! lol!!