woensdag 6 mei 2009

Weer vanaf nul

De tien dagen die op voorgaande volgden stonden bol van de frustratie, onwennigheid en tegelijkertijd een stukje herkenning. Ik moet, als ik terugkijk, eerlijk toegeven dat de beginperiode mij een beetje tegenviel. Langzaam maar zeker kreeg ik steeds meer mogelijkheden, maar het komt wel even hard aan wanneer je aanvankelijk feitelijk met lege handen staat en hoofdzakelijk op jezelf bent aangewezen. Gelukkig waren er ook een paar behulpzame mensen, en er waren ook wel wat leuke dingen te doen hoor. Het is alleen jammer dat ik in deze onvolmaakte toestand (zou het dan toch ook de jetlag geweest zijn? Ik heb daar verder vrij weinig van gemerkt) dus weinig heb kunnen genieten van de mooie sakura (kersenbloesem).


Vrijdag 3 april – zondag 12 april


Vrijdag werd ik voor het eerst in mijn eigen bed wakker. In de loop van de dag heb ik wat zaken geregeld bij het lokale districtskantoor, zoals mijn verblijfsvergunning en een verzekering. Ik heb ook mijn verdere registratie bij de universiteit voltooid. Het was elke keer even zoeken met de kaartjes waar ik precies heen moest. Ik had ook nog geen fiets, wat de situatie niet echt gemakkelijker maakte. Uiteindelijk heb ik de winkel gevonden waar ik de vorige dag niet wist te komen om mijn lakens enzo te kopen. Ik was in elk geval blij dat ik de dag ervoor in het warenhuis niet alles had gekocht; de prijzen waren hier vele malen goedkoper. Tegenvaller was dat ik de maten enzo niet wist, en bovendien vergeten was een gordijn te halen. Hierdoor moest ik er de dag erop nog een keer langs. Die zaterdag was het me ook gelukt een fiets te kopen, wat enorm scheelde aangezien het best flinke afstanden waren die ik steeds moest lopen. Ik heb ook geprobeerd een telefoon te kopen, maar nadat ik een uur met de medewerker had gepraat en een heel pakket had uitgekozen - ik wist zelfs al welk nummer ik zou krijgen - bleek het toch niet te kunnen omdat ik geen Japanse bankrekening heb. Dit was enorm frustrerend. Zeer gefrustreerd zei ik tegen de werknemer toen ik wegging: “tja, ik wil wel wat vrienden bellen om te vragen hoe het zit, maar dat is nogal lastig zonder telefoon.” De week erop heb ik het nog een paar keer op andere plekken geprobeerd, steeds zonder succes. Ook frustrerend was dat het leek alsof men mij minder graag wilde helpen dan de vaste Japanse klanten. En dat terwijl je zo let op je houding en probeert de taal te spreken. Ook bij de bank lukte het niet om een rekening te openen. Ik had één of ander bewijs nodig bij de lokale autoriteit. Toen ik daar heen ging en lang in de rij had gestaan, bleek ik ook dat ding niet te kunnen krijgen omdat ik nog niet lang genoeg in Japan was… Van hot naar her dus, zonder enig resultaat. Ik was het een beetje beu allemaal en behoorlijk geïrriteerd.


Helemaal gepikeerd ging ik bij de Foreign Student Division van mijn uni langs, om te horen te krijgen dat men bij banken en telefoonmaatschappijen verschillende standaarden hanteert, en dat het erop neerkomt dat in principe iedere werknemer een ander eisenpakket van je kan vragen. “Today was not your lucky day. Maybe tomorrow?” Deze periode van zoveel proberen, maar met zo weinig resultaat, tekende het toppunt van mijn frustratie. Ik werd zelfs aangehouden door politie om te controleren of mijn fiets niet gejat was! En dat terwijl er voor mij een stel vage yakuza-types fietsten. Tuurlijk haal je dan de buitenlander eruit… Of niet? Hoe dan ook, tot zover de frustraties. Dat die er waren moge duidelijk zijn. Het was gewoon een te groot verschil met de warmte die ik mij nog herinnerde uit Nara.


Het eerste wat leuk was, was dat ik behalve een fiets ook nog een goede denshijisho (elektronisch woordenboek) heb kunnen kopen. Ik kreeg ook nog eens een flinke korting bij een winkel van de universiteit, en nu heb ik één van de nieuwste modellen (zie de foto). Het is erg prettig om zo’n ding bij je te hebben. Eigenlijk raar dat ik het zo lang heb gered zonder. Dit ding, in combinatie met een DS-programma aanbevolen door een vriendelijke huisgenoot Louis (ook een Brit), hebben ervoor gezorgd dat ik eindelijk op een gestructureerde manier mijn kanji bij kan houden. Het voelt enorm goed dat ik dit nu fatsoenlijk kan doen.



Ook leuk was het weerzien met Yuuki op zaterdag 4 april. Samen met Angel ben ik langs geweest bij de izakaya (eet & drinktent) van zijn moeder. Het was tof om deze gast weer eens te spreken, en samen met Angel hadden we een gezellige avond. En we hebben walvis gegeten! Was erg lekker! Dat soort dingen kunnen dus ook alleen in Japan he.


Woensdag 8 april zouden mijn colleges dan eindelijk beginnen. Het was even aftasten, want ze hanteren hier een systeem waarbij je de eerste weken nog kan wisselen van vakken. Daarom is het in principe aan te raden om de eerste week zoveel mogelijk vakken te volgen. Ik mag zelf kiezen hoeveel daarvan taalvakken Japans zijn (bedoeld voor buitenlanders), en hoeveel ervan vakken de Letterenfaculteit (in principe bedoeld voor Japanners). Toen ik woensdag dus met veel moeite mijn collegezaal vond, stond er een briefje dat het voor die dag niet door zou gaan. Goed, daar stond ik dan, maar de dag erop ging het toch echt wel door. Ik zit bij mensen van allerlei nationaliteiten, en het leuke is dat we allemaal in het Japans met elkaar kunnen communiceren. Het is een erg gezellige groep mensen, en ik voelde me er al snel thuis. Ook was het goed om te zien dat sommige klassen gewoonweg niet nuttig of te simpel waren, wat mijn keuze om een aantal vakken te laten vallen een stuk makkelijker maakte. Wel was er de beruchte “Placement Test” de week erop, die uiteindelijk zou bepalen in welk niveau je terecht zou komen.


Vrijdag 10 april heb ik Felix ontmoet uit Nederland. We hebben samen met twee typische Amerikanen de “Daimonji” beklommen, vanwaar we de zonsondergang hebben bekeken. Dit was echt prachtig. Binnen enkele minuten was de zon weg en ineens was het pikdonker. Gecombineerd met een prachtig uitzicht over de stad, waar je plekjes zoals de campus en het keizerlijke paleis kon herkennen, was dit één van de mooiste dingen die ik ooit heb gezien!







Zaterdag 11 april ben ik met Brett, een aardige Amerikaan (ja, die zijn er ook!) van mijn Japanse klas met veel know-how van electronica, en nog een paar uitwisselingsstudenten wezen hanami-en (kersenbloesem bekijken) bij de Kamogawa-rivier. Was supermooi en heb er lekker gegeten.







Zaterdag 11 april was ook de Welcome Party van mijn studentenhuis. Ik heb daar nog niet veel over verteld, maar ik woon eigenlijk best wel op een bijzondere plek. Op aanraden van mijn sempai (voorgangers, in dit geval de Nederlanders die hier de afgelopen jaren zaten) heb ik de goedkopere universiteitskamer afgewezen en ben ik voor deze plek gegaan. Ik heb lang getwijfeld, maar ik ben zo blij dat ik uiteindelijk voor HDB (hier dus) ben gegaan! Allereerst de locatie: het is echt maar 5 minuten lopen naar de Main Campus van mijn universiteit. Geen enkel studentenhuis voor buitenlanders is zo dichtbij. Verder zit ik hier niet tussen de buitenlanders, maar vooral bij Japanners. Dit geeft mij veel meer mogelijkheden om aan mijn Japans te werken. Ongeveer 30 % is wel buitenlands, maar meer dan de helft daarvan spreekt gewoon vloeiend Japans. Er zijn wat bijkomende verplichtingen, zoals gezamenlijke activiteiten, maar dit is nooit meer dan één keer per week (vaak nog minder). We hebben verder piano’s, een biljarttafel, een pingpong tafel en een enorme fusie met een bar. En dat voor maar iets van 35 studenten!


Een week eerder, zaterdag 4 april, was er een kleine oriëntatie voor de nieuwe bewoners, maar dat stelde niet veel voor. Gewoon waar alles is, wat wel en niet mag, etc. Wel handig hoor. Oh, en ergens middenin de week ofzo, was er ook nog een oud-bewoner langsgekomen met wat vrienden. Die was de dag ervoor getrouwd en had allemaal drank en hapjes over van zijn bruiloft. Was supergezellig om de sfeer te proeven. Hij zei dat ik het naar mijn zin zou hebben en wenste me een leuk jaar toe. Ik wenste hem een leuke huwelijksreis toe naar Okinawa. Bizarre avond. Maar de Welcome Party was dus de eerste officiële activiteit. Ik heb een hoop huisgenoten wat beter leren kennen en dat was erg geslaagd.


Zondag 12 april ben ik naar mijn gastgezin in Nara gegaan. Ik wilde al langer gaan, omdat ik zoals gezegd op momenten niet helemaal lekker in mijn vel zat. Ik dacht dat een bezoekje allicht zou helpen. En hoe! Jammer dat het niet eerder op de week kon, omdat mijn gastmoeder toen moest werken. Het was een leuk weerzien met okaasan (gastmoeder), mama (gastoma) en Daichan (hondje > zie foto). Yuuko was er helaas niet, ze werkt in Kanagawa (in de buurt van Tokyo). Okaasan had speciaal voor mij takoyaki gemaakt. Verder hebben we een heel interessant gesprek gehad over van alles en nog wat… En ze heeft me geholpen om een telefoon te kopen! Eindelijk! Ik ben in hun “Family plan” opgenomen, en samen met de studentenkorting heb ik een supergoed telefoonabonnement voor vrij weinig geld. Tegen de medewerkers van het telefoonbedrijf zei ze droog dat ik haar zoon ben. Dat voelde wel goed. Dit was het gevoel wat ik had gemist. Bovendien had ik nu eindelijk een telefoon waarmee ik iedereen hier een stuk beter kon bereiken. ’s Avonds nog lekker gegeten bij de Raamen-keten “Kamukura”, en daarna gelijk door naar het station om nog op tijd thuis te kunnen komen. Mijn eerste volle collegeweek stond op het punt van beginnen.

2 opmerkingen:

  1. Linda van Ommen7 mei 2009 om 13:25

    Ha Mattias,

    Mooie foto's! En je hebt al een confrontatie met de politie gehad? Is je in fietsland Nederland nog nooit gelukt. Verdacht typetje....

    Liefs,
    mama

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Vette foto´s en goed om te horen dat na al die frustraties het toch nog goed is gekomen!

    Renzo

    BeantwoordenVerwijderen